Gedrag
De aard van het beestje

Een kat is een roofdier, net als een leeuw en een tijger. De kat behoort tot de kleine katachtigen. Katten kunnen goed in hun eentje overleven. Toch leven ze liever met meerdere katten samen in een kolonie. Net als de leeuwen en tijgers in het wild. Als je een kat wilt, neem zijn broertje of zusje dan ook bij je in huis. Of zorg dat hij een ander kattenvriendje krijgt. Liefst eentje van hetzelfde geslacht. Dat betekent een mannetjes kat (kater) erbij als je al een kater hebt. Of een vrouwtjes kat (poes) erbij als je al een poes hebt. Je kat heeft dan altijd gezelschap.

Het klopt dat katten veel van slapen houden. Ze slapen meer dan dat ze wakker zijn, ongeveer tweederde van hun leven. Katten zijn geen luie wezens! Een roofdier zijn, is natuurlijk best zwaar.

Scherpe zintuigen
Katten zijn jagers. Daarom hebben zij hele goede ogen, oren en kunnen zij goed ruiken. Katten kunnen door hun goede zintuigen overdag én ‘s nachts jagen. Ben jij benieuwd hoe goed de zintuigen van een kat zijn? Speel dan het Zintuigenspel!

Jachtgedrag
Jagen hoort bij het instinct van een kat. Heb je een kat weleens op vogels, vissen of muizen zien jagen? Dat gebeurt vaak. Het is natuurlijk niet leuk als jouw kat met dode dieren van buiten thuiskomt. Maar daar is niets aan te doen. Jagen hoort bij katten, je kunt het ze niet afleren. Je kat een belletje omdoen, helpt ook niet. Daarnaast is het geluid van een belletje vervelend. Niet alleen voor jou, maar ook voor je kat. Zeker de hele dag door...
Katten die vaak binnen zijn, willen ook graag jagen. Je kunt veel met je kat spelen, zodat hij het jagen niet hoeft te missen. Speel een paar keer per dag kort met je kat, dat is beter dan één keer heel lang. Je kat blijft hierdoor fit en gelukkig.

Territorium
Katten geven hun territorium aan in hun omgeving. Hiermee zegt de kat: hier woon ik! Of deze bank en dit speeltje zijn van mij! Katten geven hun territorium aan door middel van hun geur, plasjes en drollen achter te laten. Of door te krabben en kopjes te geven aan dingen. Zo ‘praten’ katten met elkaar.

Gewoontedieren
Katten zijn gewoontedieren. Ze hebben vaak een vaste dagindeling. Ze eten en drinken rond dezelfde tijd en willen spelen op een vast deel van de dag. Een goede inwendige klok noem je dat. Veranderingen in hun omgeving of in hun vaste dagschema vindt een kat vervelend. Hij wordt dan zenuwachtig of gestrest. Van stress kunnen katten zelfs ziek worden en buiten de kattenbak gaan plassen.

Een eigen plek
Een kat wil graag alleen kunnen zijn. Het is belangrijk dat hij zich daarom kan terugtrekken op een eigen plek. Een plek waar hij geen andere katten, huisdieren of mensen tegenkomt. Daarom is het voor een kat belangrijk dat hij meerdere plekken in huis heeft, waar hij alleen kan zijn en niet gestoord wordt. Het beste zijn hoge plekken. Bijvoorbeeld een mand of doos op een kast. Daar waar niemand anders bij kan.